Een tijdje geleden ben ik samen met een vriend van mij naar De Weerribben afgereisd om op zoek te gaan naar twee bijzondere vlindersoorten die daar leven. Het gaat hier om de Zilveren maan en de superzeldzame Grote vuurvlinder waarbij die laatste de hoogste prioriteit had. De Grote vuurvlinder kun je alléén in dit gebied aantreffen en nergens anders in Nederland. Daarnaast gaat het hier om een ondersoort (Batava) die je buiten Nederland nergens kan tegenkomen. De Zilveren maan is daarentegen wat minder zeldzaam maar toch een kritische soort die naast dit leefgebied ook op diverse plekken op de Veluwe is gemeld en zelfs daarbuiten.
Na ongeveer twee uur gereisd te hebben kwamen we aan in het prachtige natuurgebied dat gekenmerkt wordt door de moerassen en het open landschap. De Weerribben is een groot laagveenmoerasgebied dat samen met het andere deel van het gebied, De Wieden, het grootste aaneengesloten laagveengebied vormt van Noordwest-Europa. Een labyrint van plassen, meren, slootjes en moerassen vormt een kraamkamer voor bijzondere plant- en diersoorten. Toen we eenmaal de auto hadden geparkeerd, liepen we naar de plaats waar de Grote vuurvlinder voor het laatst werd gemeld. Mijn vriend had zowel voor de Grote vuurvlinder als voor de Zilveren maan exacte locaties gekregen waar de soort voor het laatst werd gemeld. Vanwege het feit dat beide soorten erg kritisch zijn, worden ze in Waarneming.nl afgeschermd en kun je de locatie van meldingen niet inzien. Dat is maar goed ook want de soort moet niet overlopen worden door allerlei nieuwsgierige fotografen. Na een korte wandeling gemaakt te hebben kwamen we aan bij de eerste locatie. Dit betrof een kruidenrijk graslandje met daartussen een wandelpad en een sloot met vele oeverplanten. Zo heeft de Grote vuurvlinder, net als vele andere vlinders, een aantal belangrijke voedselplanten waar ze kunnen drinken van de nectar. Grote kattenstaart en Kale jonker zijn onmisbaar in het leefgebied voor deze soort. Dus tijdens ons avontuur restte ons vooral het kijken naar deze planten. Naast deze planten hebben we ook veel Waterzuring gecontroleerd op de aanwezigheid van de eitjes. Dit is de zogenaamde waardplant waar de vlinder de eitjes op aflegt en zich uiteindelijk rupsen kunnen ontwikkelen. Helaas leverde dit niets op, net als het zien van een volwaardig exemplaar. Ondertussen liepen er al wat meer mensen rond die net als ons de Grote vuurvlinder wilden zien.
Nadat we het eerste uur niets zagen op de laatst bekende locatie, besloten we om richting een laatst bekende locatie van de Zilveren maan te lopen. Toen we ongeveer vijf minuten hadden gelopen, werden we ineens verrast door een andere zeldzame vlindersoort die we totaal niet hadden verwacht. Tijdens het bekijken van een foto op camera viel mijn aandacht ineens op een grote vlinder die snel boven ons in de lucht richting een boom vloog. ‘’Ja Joost kijk hier, een hele grote vlinder! Als het goed is een Grote weerschijnvlinder!’’ Toen het beest eenmaal rustig ging zitten op een tak van een eik was het door mijn kijker duidelijk te zien. Het was inderdaad de Grote weerschijnvlinder. Een prachtige vlindersoort die opvalt door zijn wit/zwarte vleugels die blauw oplichten met onderin oranje vlekjes en cirkels die lijken op ogen. Een fantastische surprise zorgde ervoor dat we helemaal in extase waren.
Deze vlindersoort was aan het begin van de twintigste eeuw een vrij algemene standvlinder die door de jaren heen pieken en dalen heeft gekend. Nu breidt de soort zich weer wat uit en wordt op steeds meer plekken gezien, zoals in laagveenbosjes in Noordwest-Overijssel waar de Weerribben binnen valt, Zuidoost-Friesland en elders in Nederland (De Vlinderstichting, z.d.).
©Wessel Matser
Na deze aangename verrassing liepen we weer verder om op zoek te gaan naar de Zilveren maan, maar al snel genoeg kwamen we erachter dat het iets te ver lopen was. Dus besloten we om weer terug te gaan naar de parkeerplaats om de auto te pakken. Bij aankomst van de locatie duurde het niet heel lang of we hadden het eerste exemplaar van de Zilveren maan al in ons vizier. Op afstand zagen we een opvallende oranje vlinder vliegen in een kruidenrijk graslandje langs de weg. Door de kijker zagen we het meteen en zeiden tegelijk: ”Ja Zilveren maan!’’. Hij zat op een gegeven moment rustig op een plantje en dit gaf mij de tijd om een foto te maken. De Zilveren maan is een zeldzame soort die op de vliegplaatsen binnen de Weerribben in grote aantallen kan voorkomen op meerdere plekken. Wij hebben die dag zelf maar één exemplaar gezien. De habitat bestaat uit vochtige, schrale graslanden en bloemrijke hooi- of rietlanden waarbij de aanwezigheid van vóóral moerasviooltje belangrijk is (De Vlinderstichting, z.d.). Dit is namelijk het plantje waar de eitjes op worden afgelegd. Het is een relatief kleine vlinder die je kunt herkennen aan de oranje bovenkant van de vleugels met zwarte vlekken. De onderkant van de vleugels is een prachtig mozaïek van zilverachtige tot gele vlekken met hier en daar wat zwarte vlekken. Toch wel een van mijn favoriete parelmoersoorten die ik gezien heb.
©Wessel Matser
Nadat we de Zilveren maan uit het oog waren verloren, zijn we wat verder gelopen richting een andere bekende locatie van de Grote vuurvlinder. Helaas was dit gebied niet toegankelijk voor mensen en dus zijn we toen maar weer naar de auto gelopen. We waren toch wel heel blij dat we de Zilveren maan en de Grote weerschijnvlinder hadden gezien. We konden ons geluk niet op en waren ervan overtuigd dat we de Grote vuurvlinder ook zouden zien. We besloten weer richting onze eerste locatie te rijden waar we in het begin van ons avontuur niets hadden gevonden. Nog steeds waren er veel mensen aan het zoeken maar we kregen al snel te horen dat er nog niets gezien was. Na een tijdje kattenstaarten gecheckt te hebben reden we door naar een locatie die we hadden gekregen van een man die de Grote vuurvlinder dezelfde dag nog had gezien. Ook hier leverde het zoeken helaas niets op.
Het was inmiddels al aardig laat in de middag en we hadden onze hoop eigenlijk al een beetje opgegeven. We besloten om door te gaan naar het Woldlakebos, een ander deel van de Weerribben waar de Grote vuurvlinder in het verleden al eens een keer is gemeld. Na wat leuke libellensoorten gezien te hebben, zoals de zeldzame Kempense Heidelibel (komt hier massaal voor) en de Gevlekte glanslibel kwam onze zoektocht naar de Grote vuurvlinder tot een einde. Ook hier niets gezien. Het bewijst maar weer dat het hier gaat om een zéér kritische soort die afhankelijk is van veel factoren. Daarnaast ontbrak het ons ook misschien een beetje aan geluk. Volgend jaar maar weer een nieuwe poging wagen om deze prachtige soort te kunnen ontmoeten.
Geschreven door: Wessel matser
Wessel Matser (1997) is een enthousiaste en nieuwsgierige natuurfanaat met een hart voor alles wat er om hem heen leeft. Wessels echte passie ligt vooral bij vlinders, mossen en paddenstoelen. Kortom, een natuurliefhebber in hart en nieren waarbij hij zijn kennis en belevenissen met veel plezier deelt.